maandag 26 oktober 2015

Hagi is anders

Hagi (Yamaguchi pref.) op 26 en 27 oktober - een stad waar je de tijd voor moet nemen. Historisch en cultureel is het van betekenis: in de 19de eeuw heeft het belangrijke figuren voor de modernisering van Japan voortgebracht; in de 16de eeuw zijn de pottenbakkers er neergestreken die Hideyoshi had meegenomen van zijn Koreaanse veldtochten. Zij hebben de keramiek van Hagi groot gemaakt - beroemde theekommen zijn er vandaan gekomen. Rechts het Edoya steegje - een van de mooie lanen waaraan oude huizen liggen; een paar daarvan zijn te bezichtigen.





Wat in Hagi opvalt is de ruimte: bezoekers en leerlingen op schoolreisje verdwijnen achter de poorten en je waant je regelmatig de enige in de lanen waar achter de muren de mooie dakpannen zichtbaar zijn en de volgeladen citrusbomen overbloezen.
De eerste poort die ik doorga is die van een shintotempel; de tweede vlak erachter een boeddhistische poort. De Enseiji - een zeer oude tempel waar Shinto en Boeddhisme in verwevenheid naast elkaar bestonden. 
De Boeddhistische poort met het wapen van de Mohri clan - de heersers van Hagi. Het was hun familietempel. In de 19de eeuw kregen twee belangrijke hervormers hier onderwijs van een priester. Een van hen was Ito Hirobumi, de eerste premier van het nieuwe Japan. Hij was een boerenzoon die naar zijn priester-oom in de tempel werd gestuurd om te leren lezen.
Op het terrein staat de hoogste stenen lantaren van Yamaguchi prefectuur, gegraveerd met een prachtige stenen draak - op de foto niet zo goed te zien. De lantaren stamt uit 1855 en twee van zijn voeten zijn wielen - voor flexibiliteit tijdens aardbevingen. De dochter van de priester demonstreert de draaibare wielen.
Het Shinto heiligdom naast de tempel, met het masker van de Tengu berggod; vroeger zag het er, doordat het een baard had die nu is weggesleten, nog afschrikwekkender uit. Het verhaal gaat dat de hervormer Takasugi Shinsaku door zijn moeder werd meegenomen naar dit masker om hem zo de vreze Gods bij te brengen en opdat hij geen lafaard zou worden.

Het houten paard van de Shintotempel, dat liefdevol over de neus wordt geaaid door de dochter van de priester, die rondleidingen in het Engels geeft op het terrein. Ito Hirobumi schijnt het paard iedere dag even over de neus te hebben gewreven, toen hij bij zijn oom in de leer was.
Hagi is uitgestrekt en vrij vlak, en een fiets is het ideale middel om je te verplaatsen.
Het Uragami Museum ligt vlak ten zuiden van de oude binnenstad. Het is er deze maandagochtend leeg, ik ben bijna de enige bezoeker. Normaal is het dan ook op maandag dicht, maar toevallig is het vandaag (26/10) open. Het heeft een bijzonder mooie collectie oude Chinese keramiek en prachtige houtsneden. Niet alleen van oudere kunstenaars uit de Edo periode, maar ook van de moderne van eind 19de/eerste helft 20ste eeuw. Er is ook keramiek van hedendaagse kunstenaars te zien.
Houtsnede van Tsukioka Yoshitoshi - die vooral beroemd is om zijn volle maan - serie. In een volledig andere stijl.
Na het museum ga ik op zoek naar een plek om te lunchen. Overal taartjes, thee met zoetigheid en noedels. Geen zin in. Ik ga te rade bij de antiquair naast de Ijinkan cafetaria, die vertelt waar ik een café kan vinden dat pizza serveert (tot mijn schande). Tien minuten met de fiets.
Op weg ernaartoe kom ik langs de noordelijke poort van het Hagi kasteel, het enige wat nog staat, de rest zijn de fundamenten.

Ondanks de duidelijke aanwijzingen van de antiquair rijd ik twee keer het café Sawamoto straal voorbij. Het ziet er, gevestigd in een traditioneel woonhuis, dan ook niet uit als een koffietent. Het ligt aan de halte Kikugahama van de westelijke loop-bus, vlak bij het strand. Gesloten iedere woensdag en de vierde donderdag van de maand. En soms zin de pizza's op, dus van tevoren even bellen...
De pizza, geserveerd aan een ouderwetse Japanse stoof, is prima. En de koffie ook.
Na de lunch terug naar de oude stad en nog even een wandeling - de kinderen komen thuis uit school - ze loopt langs een huis waar de kaki te drogen hangen.
De scholieren dragen hier nog van die traditionele Japanse schooltassen op de rug - ze zijn bijna groter dan die kleintjes.
Ze zijn zo verdiept in hun conversatie dat ze niet eens merken dat ik een foto maak.
Ik bekijk nog twee van de oude huizen die open zijn voor publiek: het Kubota huis, hier de buitenkant met de riksja ervoor. Dit is de gerenoveerde woning/winkel uit de Edo-periode van een sakebrouwer.
De volle maan, geschilderd op een schuifdeur van het Kikuya-huis, het mooiste huis. Het is in het begin van de 17de eeuw gebouwd en behoorde aan de invloedrijke Kikuya familie die de heersers, de Mori clan, van Hagi loyaal dienden en financieel steunden. Dit maakte dat zij voorrechten kregen en zich luxe konden veroorloven die eigenlijk alleen waren voorbehouden aan de samoerai klasse.
"Tuinkamer" van het Kikuya-huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten