dinsdag 3 december 2013

Miyajima - een bijzonder eiland

Na het ontbijt bij Guesthouse Kikugawa - roerei, toast, jam, vruchtensap, koffie, geen vis te bekennen, ga ik op weg naar de beroemde "Floating Torii" van de Itsukushima Shinto Tempel.  Een wandeling langs de zee met aan de overkant Hiroshima.  Stenen lantaarns langs de oprijlaan, herten en niet eens zoveel bezoekers, net genoeg om het gezellig te maken. Mooi weer en prettig om langs de boulevard even te gaan zitten met uitzicht op de beroemde poort.





 De poort is in de Heian periode gebouwd, en sindsdien 7 keer op precies dezelfde manier herbouwd. Dit is de achtste editie, uit 1875.  De poort in de zee met daarachter de vermiljoen tempel, zijn UNESCO Werelderfgoed; daarnaast behoren ze ook tot de drie mooiste landschappen van Japan, samen met de kust voor Matsushima in het Noorden en Amanohashidate, een landtong met pijnbomen begroeid,  aan de westkust.






Een Torii - poort naar een tempel - meestal Shinto - geeft aan dat het gebied waartoe de poort toegang geeft, heilig is.  Bewoond door goden.  Het valt me op dat hier op Miyajima Boeddhisme en Shinto enorm verweven zijn.  Veel Shinto-elementen in de Boeddhistische tempels. Vroeger waren de Boeddhistische tempels ook nauw verbonden met de beroemde Itsukushima Shrine. Bijvoorbeeld: de Daiganji tempel die vlak ten zuiden ligt van de genoemde Shinto Tempel, was belast met het onderhoud van Itsukushima Shrine; de Daisho-in Boeddistische tempel was verantwoordelijk voor alle religieuze rituelen als administrator.  Dat allemaal tot 1868, het jaar dat Keizer Meiji de macht overnam van de Shogun - toen werd Shinto de staatsgodsdienst en werd het Boeddhisme verbannen naar de achtergrond.

De poort mag dan wereldberoemd zijn, het tempelgebouw zelf is in mijn ogen veel bijzonderder: elegant en prachtig van verhoudingen. Elegant vooral ook door de gangen die de verschillende onderdelen, zoals het drijvende Noh-toneel, het hoofd-gebouw en de kleinere heiligdommen verbinden. De ligging in het water, de lichtval en de weerschijn van de zon op de golfjes die zachtjes tegen de houten pilaren klotsen, sereen en rustgevend.

Het altaar in de diepte; meestal is de spiegel niet zichtbaar bij een Shinto tempel.

Een bruid, tussen de pilaren waarop het licht van de golven een speels patroon schildert.

De votiefplankjes met wensen voor een gelukkig leven en een goede gezondheid hangen bij een klein, ongeverfd heiligdom achteraf.

De poort van de Daiganji tempel met de twee tempelwachters.  Deze tempel herbergt de Grote Boeddha van Miyajima.  Een groot houten beeld, rood, met een vervaarlijke uitdrukking op zijn gezicht en omgeven door vlammen.  Het zou door de grote Kobo Daishi zelf zijn gemaakt. Die had dan geen zachtmoedige kijk op de Boeddha. Je mag er geen foto's van maken, staat erbij.  Ik zou niet eens durven.

Een van de twee Nio, tempelwachters. Ook vervaarlijk, maar hij heeft tenminste nog iets sympathieks. Uit de 12de eeuw, de Heian periode.


Een gebedje bij de Daiganji tempel.

De herten van Miyajima. Minder op traktaties belust dan die van Nara. Ze liggen rustig langs de wegen van het dorp, langs de stenen lantaarns en zelfs op de erven van huizen. Er wordt wel gewaarschuwd, zelfs in het Engels omgeroepen wanneer de toeristen van de ferry komen: de herten hier zijn niet tam,je moet op ze letten, want ze eten je souvenirs en brochures op wanneer je niet oplet (!) en in de bronsttijd zijn ze agressief.  Over het algemeen gedragen ze zich nogal mak. En wanneer ik een plastic zak afpak van een hert dat daarop staat te knabbelen, protesteert hij niet.

Ik neem een kijkje in het historisch en volkenkundig museum, een mooi Japans huis met een prachtige tuin; er is net een tentoonstelling van de foto's van Eliza Scidmore de Amerikaanse reisschrijfster die Miyajima bezocht aan het einde van de negentiende eeuw. Wanneer ik terugloop langs de poort, wordt het net eb.  De enkels van de pilaren worden zichtbaar.  Wanneer het water op zijn laagst is kun je over de zandplaten tot dichtbij de poort lopen, een soort mini-wadlopen. 

Nog later op de dag, wanneer ik naar de veerboot loop om door te reizen naar Fukuoka, zie ik dat de poort inderdaad is "drooggevallen", maar de batterij van mijn I-phone heeft er vandaag vroeg de brui aan gegeven, dus helaas.  Maar ik heb een foto gemaakt van de poster van Eliza's tentoonstelling. Daar staan de voeten van de poort op, log en zwaar, maar dat maakt hem eigenlijk primitiever en indrukwekkender. De hoofdpilaren zijn van kamferhout en de bovenste rand van de Torii is hol en gevuld met vuistgrote keien.  De poort blijf dus door zijn eigen zwaarte staan op de zeebodem, is niet vastgemaakt of onderheid.


Yaki-gaki, gegrillde oesters.

Lunch, op een bankje. Oesters dus. Erg lekker met ponzu, sojasaus met citrus.  "Pons" is oorspronkelijk een Hollands woord voor azijn,  overgenomen in het Japans.

Een stenen lantaarn langs de weg naar de Toyokuni/Hokoku Tempel.

De Hokoku Tempel, ofwel de Senjokaku - het paviljoen van de 1000 tatami matten - een referentie aan de omvang van het gebouw. Een groot houten bouwwerk uit 1587, voor een tempel erg ruw, prachtige houten plafondbalken, een mooie houten vloer, geen tatami mat te bekennen, met glanzende dikke planken. En vergulde sier-dakpannen. Met ernaast de pagode uit 1407.

Een sierlijk dak.  Het gebouw werd op last van de veldheer Toyotomi Hideyoshi, een van de architecten van de unificatie van Japan, gebouwd als bibliotheek voor soetra's. Er moesten iedere maand soetra's worden gereciteerd voor het zielenheil van de oorlogsdoden.  De bouw werd gestaakt na de dood van Hideyoshi en het is nooit afgemaakt.  Maar het is een indrukwekkende constructie, het is heerlijk lopen op de glanzende houten vloer, met je neus in de lucht.  Want in de balken hangen oude schilderingen, sommige erg vervaagd, en grote rijstscheppen.



Het altaar binnen het gebouw - voor shinto-rituelen...

De grote ruimte. De mevrouw die kaartjes verkoopt heeft stralend gezegd: je mag overal foto's maken.

Een van de producten van Miyajima is de houten Japanse rijstschep - de shamoji. Op dit eiland worden bij de tempels votiefplankjes verkocht in de vorm van shamoji.  Daar kun je dan je wensen op schrijven. Hier hangen en staan gigantische rijstscheppen, onder meer van bedrijven en verenigingen; sommige zijn mooi beschilderd.


In de balken.

Met een draak beschilderde rijstschep.

Schildering aan het plafond van een man die met zijn blote handen tegen een tijger vecht.

Krijger te paard in het water- Hideyoshi?



Fujiwara....De Senjokaku ligt op een heuvel met prachtig uitzicht aan alle kanten, er is aan de plafonds zoveel aan verschoten moois te zien, het licht is er zo mooi, dat ik er een hele tijd rondhang.  Daarna nog - helaas met dode I-phone dus geen foto's, naar Daisho-in, de belangrijkste tempel van het eiland, met veel te zien aan beelden, gebouwen en zelfs gebedsmolens.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten