Op 30 september 's morgens vroeg in de trein naar het stadje Kotohira. Wanneer je met de trein door Shikoku reist, verschijnen er altijd gekke bergjes aan de einder. Het ziet er grijs uit, velden zonder rijst en een wolkige lucht, maar een uur later zal de zon schijnen.


Een echtpaar komt naar beneden - met stok met blauw plakband. Ze vinden het een geweldig hulpmiddel...
Nog voordat ik amechtig de hoofdpoort bereik komen de modieuze jongere bezoekers alweer naar beneden gehuppeld.
Wie niet meer zo vast ter been is laat zich door sterke kerels in een draagstoel maar de hoofdpoort dragen - als een prinses. Na de hoofdpoort zijn er nog zo'n 800 treden die je moet beklimmen, daar niet van.
De hoofdpoort - silhouetten van de bezoekers tegen de bergen op de achtergrond - Kompirasan ligt op een schitterende plek.
Na de hoofdpoort de witte parasols van de "Goninbyakusho", de vijf boerenfamilies die van oudsher binnen het tempelterrein hun waren mogen verkopen. Het is vandaag een slappe dag - er zijn niet veel bezoekers en er worden geen goede zaken gedaan.
Er wordt wel overwogen, maar niet gekocht. De koopwaar bestaat uit doorzichtige suikerachtige zoetigheid en kennelijk is daar niet veel belangstelling voor - althans vandaag.
Een eindje naar boven is de woning van de abt, de Shoin, een National Treasure uit 1695, met schitterend houtsnijwerk. Er is een tentoonstelling van schilderingen van Maruyama Ohkyo - vooral de tijgers zijn leuk.

Er is een verbindingsbrug tussen de voor- en de achterkant van het gebouw
en een kleine binnentuin.
Het hoofdgebouw van de tempel - die overigens oorspronkelijk zowel een boeddhistische als een Shintotempel was. Hij is gewijd aan de beschermgod van de reizigers en de zeevarenden.
Het uitzicht vanaf dit niveau is schitterend. Helemaal links ligt de Sanuki Fuji. Sanuki is de oude naam van de huidige Kagawa prefectuur.
De ema-do, de hal van de votiefschilderingen - daar opgehangen om bescherming van de goden af te smeken.

Twee meisjes hangen hun "omikuji", papiertjes met toekomstvoorspellingen, aan deze boom - om te zorgen dat de goden ermee doen wat ze nodig achten.
Op de weg terug merk ik dat ik trek heb gekregen van al die trappen en ik stap bij deze traditionele tent naar binnen om iets te eten: Sanuki udon, de beroemde noedels uit deze regio.
De sanuki udon, heerlijk. Kobo Daishi zou het recept voor deze noedels in de 9de eeuw uit China hebben meegenomen.
Een treinstation verder - of terug, afhankelijk van de richting die je uit gaat, ligt Zentsu-ji, tempel nr. 75 van de 88 tempel-pelgrimsroute. Het is de geboorteplaats van Kobo Daishi. Het is een enorm tempelcomplex bestaand uit 26 gebouwen.
Lotussen onder de brug naar de poort.
De linker tempelwachter naast de hoofdpoort, een zeer indrukwekkende.
Een van de enorme kamferbomen op het terrein; men zegt dat hij nog stamt uit de tijd van Kobo Daishi.
De door een plaatselijke sakebrouwer aan de tempel gedoneerde vaten met rijstwijn, op de veranda van de mieido - de stichtershal gewijd aan Kobo Daishi. De hal staat op de plek waar Kobo Daishi zou zijn geboren.
De balen gedoneerde rijst van de oogst van dit jaar staan in de hal.
Een groep pelgrims reciteert een soetra in de stichtershal, de mieido.
De hoedjes van de pelgrims - afgedaan om in het heilige der heiligen de soetra te mogen zingen.
De Henjokaku. In dit gebouw staat een centraal altaar met daaromheen een rondgang, met kleine houten kopieën van de Boeddhabeelden uit alle 88 tempels van de Shikoku pelgrimstocht. Hier kun je - een munt van 5 yen presenterend aan ieder van de boeddha's, de hele pelgrimstocht geautoriseerd doen in een uur of korter, en daarna krijg je een certificaat. Dit is speciaal voor mensen die geen tijd of geld hebben, of die niet gezond genoeg zijn, om de hele wandeling in het echt te doen.

Klaar voor het laatste gebed van vandaag.

Onderonsje tussen discipelen van de Boeddha op het tempelterrein.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten