
Gelukkig hebben we hier in Japan niets wat ook maar lijkt op het weer dat in de Filipijnen heeft huisgehouden, maar het is vandaag toch wel erreg grijs. De uitdaging is dus: vind de kleur in een regenachtige dag. Kinkakuji dan maar. Die vind ik luid en opzichtig bij zonnig weer, dus bij deze grijstonen is hij waarschijnlijk net goed. Op oude foto's ziet hij er minder gelikt verguld uit, en eigenlijk veel mooier. Maar het blijft een indrukwekkend gebouw - het beroemdste van Kyoto - met zijn gouden weerspiegeling in het meer en de koperen feniks op het dak.

Maar eerst naar Imamiya Jinja, een grote en mooie Shinto tempel om de hoek. Daar is vaak meer kleur te vinden dan bij een Boeddhistische tempel. Imamiya Jinja is in de Heian Periode gesticht, in 994. Zeven jaar later werd hij verplaatst naar zijn huidige locatie, waar de mensen in veiligheid konden bidden, omdat er een epidemie in Kyoto heerste. De tempel ligt in een bos met grote bomen en heeft op zijn terrein een aantal kleinere heiligdommen.

Buiten de oost-poort van de tempel liggen twee hele oude
theegelegenheden, Ichiwa en Kazariya die respectievelijk sinds 1009 en
1656 Aburimochi serveren. Dit zijn aan spiesjes
geroosterde kleine rijstkoekjes die met een zoete saus en een pot thee
worden geserveerd.

Bij Kazariya kom ik twee traditioneel aangeklede kinderen tegen met hun ouders: het is Shichi-go-san, het feest waarbij meisjes van 3 en 7 en jongetjes van 3 en 5 jaar oud door hun ouders worden meegenomen naar de tempel. Vaak is dit de eerste keer dat zij kimono (meisjes) en hakama (jongens) dragen. Er zijn allerlei tradities aan verbonden; een daarvan is dat de kinderen Chitose Ame krijgen: lange, wit- met-rode snoepstaven die symbool staan voor gezonde groei en lang leven. Deze broer en zus komen net van de tempel.
Ik loop door naar de hoofdpoort van Imamiya Tempel, een knalle kleur in de grijze morgen.

Bij het hoofdgebouw van Imamiya Jinja wordt een foto gemaakt van een feestelijk meisje, samen met haar broer, die overigens niet aan de ceremonie meedoet.

Nog een klein schatje - op prachtige roze sneakers.

Dit jongetje wordt niet zo geboeid door de foto-ceremonie........

Dit meisje komt net terug van haar bezoek aan de tempel, met een prachtige gouden strik op haar rug en aan de hand van haar grootmoeder.

Nadat ik heb genoten van de regenboog van Shichi-go-san kleuren binnen Imamiya, ga ik aan de thee en de aburimochi in Kazariya.

In een traditioneel Kyoto interieur.
Mijn buurvrouwen vinden het lekker - ik trouwens ook.

Bij de ingang van het theehuis zie ik een pierig onopvallend boompje: sansho. De blaadjes zijn ontzettend lekker, een subtiel kruid voor bij allerlei gerechten. Ik gedraag me en pluk er GEEN blaadjes van af. Zo te zien hebben anderen dat wel gedaan. Of misschien rupsen - die zijn er ook dol op.

Dan door naar Koto-in, een van de mooiste tuinen van Kyoto. Ik heb getwijfeld of ik het zou doen - sommige tuinen zien er met dit weer niet op hun best uit. Maar Koto-in is in de regen juist op zijn best, blijkt. Het mos knalt er uit.

De binnentuin. De Koto-in is een bescheiden tempel, maar mooi en strak gebouwd. De tuin wordt omringd door een dicht bamboe-bos waardoorheen een smal pad loopt naar de ingang van tempel en tuin. Deze binnentuin is de eerste die je ziet wanneer je binnenkomt. Op dit moment begint hij zijn herfstkleuren te krijgen.

Een kort moment van contemplatie bij de binnentuin.

De hoofdtuin, een mos-rechthoek met esdoornbomen.

Deze tuin noodt tot even rustig liggen kijken op de tatami mat, niet noodzakelijk naar de tuin....

Of zitten op de veranda - de houten engawa die langs de grote tatami-kamer loopt aan de tuinkant.

Binnen in die grote zaal staat in de tokonoma een ikebana-stuk met herfstbladeren en camelia-knoppen. Daar ga ik even zitten, om alles te laten bezinken - zoals de plafondschilderingen in de theekamer. Die ontdekte ik doordat er iemand op zijn rug lag op de tatami-mat in de theekamer, met een op het plafond gerichte camera..... Deze tempel is begin 17de eeuw gebouwd voor de Hosokawa familie (uit Kumamoto, Kyushu).

Als je door dit poortje gaat aan het einde van de achtertuin,

kom je bij de grafmonumenten van verschillende generaties van de eens machtige Hosokawa familie - begin 90-er jaren van de vorige eeuw was er nog een Hosokawa premier van Japan. Daarna is hij pottenbakker geworden.

De tijd wacht op niemand....

Nu door naar Kinkakuji, het Gouden Paviljoen. Daartegenover even het souvenirwinkeltje binnen waar Yatsuhashi worden verkocht, beroemde Kyoto souvenirs, tot driehoekjes gevouwen flensjes gevuld met bonenpasta. Of tegenwoordig ook met aardbeienvulling, perziken, bosbessen, en nog legio andere. Niet dat het veel heeft gedaan voor de smaak.....Dat vinden kennelijk meer mensen en dus zijn de traditionele smaken: kaneel, groene thee en sesam, de hoofdmoot gebleven.

Bij de Kinkakuji begint het te plenzen. Het is er propvol met toeristen - je zult hem nooit voor jezelf hebben, zeker niet in de tijden van de herfstkleuren. Maar als al die toeristen ook nog eens een paraplu opzetten, wordt het wel erg dringen.

Het is weer eens wat anders., zo tussen de plu's. Het gouden paviljoen werd in 1397 gebouwd voor de Ashikaga Shogun Yoshimitsu en na diens dood werd de villa, volgens zijn eigen wens, een Boeddhistische tempel. In 1950 werd het in brand gestoken door een jonge priester die geobsedeerd was door de schoonheid van Kinkakuji. In 1955 werd het paviljoen geheel volgens de oorspronkelijke constructie herbouwd.

Dan de wandeling door de tuin, langs een oud theehuis en een vijver met middenin een eilandje met een pagode. Ik hoor een Chinese gids tegen zijn groep zeggen: dit is een miniatuurkopie van onze Ganzenpagode - de enige echte, de grote. Zijn gehoor knikt tevreden. Zou het waar zijn, denk ik...

Terwijl iedereen in de regen worstelt met handtassen, paraplu's en camera's, blijft de stemming toch goed, dat is het aardige van deze natte wandeling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten