woensdag 13 november 2013

Nikko

Een uitje naar Nikko, met vrienden.  Een prachtig natuurgebied, maar ook de plaats waar een paar schitterende tempels zijn te zien.  Koud weer en sneeuw, is ons beloofd.  Maar in de ochtend, wanneer ik in Tokio naar de bushalte loop, is de lucht wolkeloos knalblauw. Dit is de Shinkyo, ofwel de Godenbrug in Nikko, over de Daiya rivier.  Volgens de overlevering stak de Boeddhistische priester Shodo Shonin hier op de ruggen van twee gigantische slangen de rivier over en stichtte de eerste tempel in Nikko, Rinnoji, in 766.




Maar eerst voor vertrek naar Nikko een cappuccino bij Doutor in Shibuya.  Ik ben een half uur te vroeg voor de afspraak met Tiina en Alef en zij sms-en dat ze 10 minuten later zijn.  Tijd genoeg dus in deze vroegte voor een bakkie om wakker te worden.  Doutor is een van de eerste koffie-ketens in Japan.  En een van de grootste, hoewel Starbucks ze naar de kroon steekt.  Deze is heel groot, een zaal van een cafe.  Ik ga op mijn radar naar binnen, zitten, neem een paar slokken en pas na een minuut of vijf wanneer ik bij bewustzijn kom,  heb ik een soort visioen.

Een eind verder de zaal ontdek ik een soort glazen sculptuur.  Midden in een ronde vijver met bloemstukken.   En om de vijver heen een toonbank, waaraan werkbesprekingen in volle gang zijn. Lieve help. Gelukkig is de cappuccino gewoon goed.

Dan begint de lange reis naar Nikko, meer dan twee uur doen we erover met de auto.  Vanaf de snelweg is daar ineens Mount Fuji.  Hallo! 


Een eind verderop de bergen van Nikko. 

In Nikko parkeren we in de buurt van de Shinkyo waar de schitterende route langs verschillende tempels begint en uiteindelijk leidt naar de Toshogu waar het mausoleum van Tokugawa Ieyasu, eerste Shogun van Japan, ligt. Wanneer we naar de ingang gaan, komt net een schoolreisje naar beneden zakken. Blauwe petjes deze keer.




















De eerste die we aandoen op de route is Rinnoji, een machtige en schitterende tempel.  Helaas, de Sanbutsudo - de hall met de drie Boeddha's, staat in de steigers.  Wat een sof.  Er is een groot gebouw omheen opgetrokken. Je kunt wel naar binnen en een aantal van de beelden die je normaal alleen uit de verte kunt zien, kun je nu van dichtbij bekijken.  Je ziet ook de plekken waar wordt gewerkt: lotus-voetstukken zonder Boeddha, allerlei voorwerpen die worden verguld; je kunt een heel aantal trappen op naar de galerij die boven in de "bouwkeet" is gemaakt.  Van daaruit zie je binnen een enorme diepe put, waar werkelijk niets meer op elkaar staat.  Een grote bouw-brug van Ishikawaharima Heavy Industries.  Het is wel indrukwekkend.  Naar buiten kijkend zie je alle bergen rondom, schitterend. En langs de trappen allerlei ruimtes met tentoonstellinkjes en oude wormstekige houten elementen van de tempel.  Ze hebben wel wat gedaan om de bezoekers te troosten.  Zeven jaar gaat deze restauratie duren.....

Daarna door naar de Toshogu, eerst de vijf-verdiepingen pagode.  Deze werd in 1650 geschonken aan de Toshogu door een leenheer, daimyo. Iedere verdieping zou een element vertegenwoordigen, van beneden naar boven: aarde, water, vuur, wind en hemel.




Een van de houtsnijversieringen op de paardenstal van Toshogu, de drie wijze apen. Er huist in de stal een paar uur per dag een wit paard, dat geleverd wordt door Nieuw Zeeland.


Het mooiste gebouw van het complex....de Kyozo die 7000 soetra-rollen bevat in een ronddraaiende boekenkast.

De Yomeimon Poort staat helaas in de steigers, maar de Karamon, de Chinese Poort, staat er in al zijn draken-glorie.

Ook bij Toshogu kleine Schichi-go-san gangers.

Een detail, de klokkentoren met gouden herfstbladeren.  In Nikko zijn de herfstkleuren voor een groot deel voorbij, maar hier en daar zijn er nog wel wat nakomers.
In dit gebouwtje bevindt zich de kroonluchter die in 1636 door de VOC aan de Shogun werd gegeven.  Hij wordt de draaiende lantaarn genoemd omdat hij, wanneer de kaarsen waren aangestoken, automatisch in het rond draaide.


Na de lunch en de onsen - het warme bron-bad waar het heerlijk opwarmen was na de kou - het begon inderdaad een heel klein beetje te sneeuwen, met de auto langs de Iroha heuvel, een kronkelende en bochtige weg, naar boven naar de Kegon Waterval. De Irohazaka heet zo omdat het Japanse hiragana-alfabet Iroha wordt genoemd en 48 lettergrepen heeft; deze weg heeft 28 haarspeldbochten naar boven en 20 naar beneden. Langs de route mooie uitzichten op de bergen.






De Kegon waterval. 


Een geroosterd visje van een van de stalletjes bij de waterval, wil er bij die kou wel in. Het is een ayu, een riviervis.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten