
De Sanjusangen-do is een langgerekte houten constructie uit 1164, de langste in de wereld, waarin 1001 Boeddhabeelden staan opgesteld. In het midden zit de belangrijkste afbeelding van de Kannon Boeddha en aan weerszijden daarvan staan 1000 levensgrote beelden, eveneens van Kannon, god(in) van de barmhartigheid - zeer populair in Japan. Het hoofd-beeld werd in de Kamakura-periode vervaardigd - in 1254 - door de beeldhouwer Tankei, toentertijd 82 jaar oud.

Je gaat bijna hallucineren wanneer je langs de opstelling van al deze vergulde Boeddhabeelden loopt, het is een prachtig gezicht. Evenals het principale beeld hebben ze tien hoofdjes op hun hoofd, in het midden het hoofd van Amida. Alle duizend hebben ze een serene uitdrukking, maar wanneer je aandachtig kijkt zie je dat het allemaal verschillende gezichten zijn.

Dit is het principale beeld, waarvan de naam voluit luidt: "Juichimen Senju Sengen Kanzeon-bosatsu; de Bodhisatva met elf hoofden en duizend armen met een oog in elke van de 1000 handpalmen.

En dit is een van de 28 bescherm-goden, Daibenkudoku-ten, godin van welvaart en geluk. Van de Boeddha's en de bescherm-goden mogen in de tempel geen foto's worden gemaakt. Maar ik wilde toch een idee geven van de pracht van de beelden - deze foto's komen uit een boek, ze zijn gemaakt door Kozo Ogawa.

Dan naar Nishi-Honganji, die net is gerestaureerd, althans het hoofdgebouw, de Go-eido. Het is de machtige hoofdtempel van de Honganji tak van de Jodo-shinshu school van het Boeddhisme. Er is dus ook altijd veel aan de hand; er worden bijna de hele dag door diensten gehouden. De grote hal en de kleinere Amida-do zijn beide grote en hoge met tatami bedekte ruimten, met schitterende altaren, houtsnijwerk en bijzonder ornamentele lantaarns. De Goei-do heeft een schitterende schildering op de schuifdeuren naar het heiligdom van besneeuwde pijnbomen.

Deuren van de kleinere hal, de Amida-do, met de ingang voor de gelovigen - en voor toeristen.

Lantaarn aan het plafond van de Amida-do.

De verbindingsgang tussen de grote en de kleine hal. Ik vroeg me af waarom er aan weerszijden matten lagen met papieren waarop namen van religieuze organisaties uit verschillende delen van Japan stonden geschreven. Nog geen minuut later kreeg ik mijn antwoord...

Een hele menigte gelovigen kwam aangemarcheerd op kousenvoeten, de schoenen werden op de matten gezet.....

Een mooi gezicht

Schoenen op de mat, gelovigen op de tatami en de dienst begint, in de grote Go-eido.

Met de Raku-bus nummer 100 - een van de drie buslijnen die uitsluitend tussen de verschillende belangrijke culturele bezienswaardigheden van Kyoto rijden - naar Ginkakuji, het Zilveren Paviljoen, ook een UNESCO wereld-erfgoed tempel. De toeristenbussen zijn een uitkomst in het zo uitgespreide Kyoto; dat vinden velen met mij en de bussen zijn propvol. Als je geluk hebt kun je nog net staan en anders moet je op de volgende bus wachten.

Vanaf de bushalte bij Ginkakuji-michi, het weggetje dat naar de tempel leidt, naar de ingang, is een gezellige wandeling. Veel stalletjes langs de weg, waar souvenirs worden verkocht, en restaurantjes. Deze man maakt Kyo- Fu-yaki. Een soort omelet-achtige pannenkoekjes met hartige vulling, verrassend lekker.

Ginkakuji, het Zilveren Paviljoen. Niets zilvers aan te zien, maar gewoon een bijnaam om het te onderscheiden van het Gouden Paviljoen aan de andere kant van Kyoto. In 1482 gebouwd als een villa door de Ashikaga Shogun Yoshimasa, werd het na zijn dood een tempel. Het is prachtig geplaatst, een verrassend gezicht wanneer je binnenkomt door de poort. Eromheen ligt een tuin met mooie Japanse gebouwen, dik groen mos, bamboe en veel bomen die in de herfst rood kleuren. Als je langs het pad achter in de tuin de heuvels beklimt, kom je bij een mooi uitzicht over Kyoto - en over Ginkakuji.

Deze afgeknotte kegel van zand is bedoeld om het licht van de maan te weerkaatsen. Een onwerkelijk perfecte en strakke vorm.

Het is stampvol met toeristen en schoolkinderen. De gele petjes van de schoolkinderen maken vanuit de verte zichtbaar hoe het pad naar boven kronkelt; een ononderbroken ketting van allemaal gele bolletjes tussen het groen, geel en rood van de bladeren. Helaas is de batterij van mijn I-phone leeg.
's Avonds komt Sarah naar het atelier; ik heb haar gevraagd om me een aantal van haar kleine waterverf-landschappen te laten zien. Ik koop er drie. Dit is er een van - gezicht op de berg Hiei, die overigens niet te zien is. Doet me denken aan mijn treinreis in Kyushu.....

Na het eten naar het badhuis, de Sento, om de hoek. Een badhuis is in Japan een belangrijke instelling, niet alleen om schoon te worden, maar ook om met de buurtgenoten te praten en nieuws uit te wisselen. Nu de meeste Japanners een eigen badkamer hebben, zijn er veel badhuizen verdwenen. Deze is nog in vol bedrijf en is dagelijks, behalve vrijdag, geopend van twee uur 's middags tot een uur 's nachts. Ik kom meestal om half elf en dan zitten er voornamelijk oudere dames tussen de 75 en 85 in het vrouwenbad. Een dame met wie ik praat, woont vlakbij, alleen. Haar kinderen zitten in Tokio en ze komt naar het badhuis om met kennissen te praten. Er komen ook wel jongeren, waardoor de gemiddelde leeftijd ineens met een klap daalt.

De bad-parafernalia van de vaste klanten boven de lockers in de kleedkamer. Het water in de badhuizen is meestal behoorlijk heet. Je ziet dan ook de klanten naar buiten komen met scharlaken rode gezichten, lekker opgewarmd en doorgestoomd. Je blijft urenlang warm.

Deze sento heeft een ruim bad; er is een gewoon bad; verschillende bubbelbaden; een sauna, een koud bad en een elektrisch bad. De eerste keer dat ik daarin ging, zonder dat ik het doorhad, schrok ik me een ongeluk. Ik dacht dat ik onder stroom stond. Later vond ik uit dat dat inderdaad het geval was. Elektrische stroom voelt aan als scherpe straaltjes water, het is in het begin geen prettig gevoel, maar je went er aan. De eerste keer voelde het alsof mijn ingewanden en lever werden opgeschud...Het elektrische bad is goed voor: stijve en pijnlijke gewrichten in heupen en schouders, tegen reumatiek; goed voor je ingewanden en het helpt tegen veroudering. Je moet wel je mond dicht houden, anders gaan er zenuwschokjes door je tanden....

In Tokio hadden vroeger alle
sento een schildering van de Fuji op de muur; deze moest vanwege de damp
en het vocht regelmatig worden vernieuwd. Er is een speciale traditie
voor deze schilderingen en er zijn specialisten voor; maar die
verdwijnen, dus dat is nu een probleem voor de overgebleven badhuizen.
Vooral omdat het een hele wetenschap is: je mag bijvoorbeeld maar zes
bepaalde kleuren gebruiken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten